Categorie archief: Aandelen

De top van 6 november

Twee maanden geleden schreef ik een column getiteld “Dit is 1937 op herhaling”. In dit artikel legde ik een verband tussen de prijsstijging vanuit de vortex-bodem van 1932 naar de ‘deflationary growth peak’ (DG-peak) van 1937. Met prijsstijging doel ik op de ‘reduced price’, dit is het Amerikaanse prijsniveau gecorrigeerd voor de groei van geldhoeveelheid M3 en de begrotingstekorten van de Amerikaanse overheid, zoals ontwikkeld en uitgewerkt door Michael A. Alexander in zijn boek “The Kondratiev Cycle”. Zie hier de grafiek van de reduced price van 1927-1944:

Reduced_Price_1929-1944

De top van 1937 is zoals gezegd de DG-peak. Toch maken we in 1942 een hogere top. Volgens Alexander zouden we deze top waarschijnlijk niet gemaakt hebben ‘in absence of World War II’.  Hoe dan ook, de Dow Jones bodemde en topte eveneens in respectievelijk 1932 en 1937. De parallel met de vortex van 2009 en de bodem van de Dow Jones in dat jaar was snel getrokken. Zie hier een update van de grafiek waarin 1706 dagen beursstijging van 1932-1937 naast die van 2009-2013 worden gezet:

Dit is 1937 op herhaling2

De top in de Dow Jones viel tot nu toe op 30 oktober. De vergelijking van fractale patronen zoals hierboven is altijd interessant, want hoewel de geschiedenis zich misschien niet helemaal herhaalt, hij rijmt wel degelijk. En dus mag één dezer dagen een top in de Dow Jones worden verwacht. Kijken we naar de S&P500 dan zien we dat die index na 1704 dagen topte, dus twee dagen eerder dan de Dow Jones. De top kan er dus al staan. Het is echter ook goed mogelijk dat we ná 1706 dagen toppen. Om meer houvast te krijgen, kunnen we een kijkje nemen bij de waterstanden van Battery Park, vlakbij Wall Street. Deze waterstanden geven allereerst een bodem op 5 november, vandaag dus. Voorts verwachten we de laagste hoge waterstanden op 11 november (146 cm). Wanneer de hoge waterstanden het laagst zijn, wordt een top verwacht. Een verwachting wil uiteraard zeggen dat de waterstanden en daarmee ook de beurskoersen in werkelijkheid enkele dagen af kunnen wijken:

De top van 6 september

Een tweede check is mogelijk door te kijken naar het Solunarmodel dat ik ontwikkeld heb:

De top van 6 september-Solunar

We zien in dit model de Dow Jones een top maken op zaterdag 9 november om daarna tot 21 november een snoekduik omlaag te maken. Kortom, de vergelijking met 1937, de tides en het Solunarmodel zeggen dat een belangrijke top in de buurt is, misschien al geweest is of rond het weekend van 9-10 november komt, ofwel op vrijdag 8 november of maandag 11 november. We gaan het afwachten.

Advertentie

Dit is 1937 op herhaling

Sinds de Dow Jones op vrijdag 6 maart 2009 een bodem maakte op een koers van 6469,95, trad op de financiële markten wereldwijd een groot herstel op. Een herstel dat veel langer zou duren dan menigeen verwachtte. Op 2 augustus jl. tikte de Dow het hoogste niveau ooit aan op 15.658,43, een stijging van maar liefst 142%. Al ruim een maand corrigeren de beurzen. Is de top gezet en is dit een voorbode van veel meer daling en volgt de economie op de voet? Ja en nee. Ja, dit is een voorbode van nog veel meer daling maar we moeten nog even geduld hebben. Nee, want de kans is groot dat we eerst verder doorstijgen en dat de economie nog even uitstel krijgt. De reden? Dit is 1937 op herhaling.

Eerst even terug in de tijd. In maart 2009 maakten we binnen het Reduced price-model van Michael A. Alexander de vortex-bodem. In dit model wordt het Amerikaanse prijsniveau gecorrigeerd voor de groei van de geldhoeveelheid M3 en het cumulatieve financieringstekort. De vortexbodem is vergelijkbaar met die van 1932. Op 8 juli 1932 bodemde de Dow Jones op 40,60. In diezelfde periode kwam ook de duikeling van het plateauniveau tot een stilstand in de vorm van een vortexbodem. Zie de grafiek hieronder.

In het Reduced price-model volgt een herstel tot de DG-peak alvorens we omdraaien en lagere niveaus opzoeken, de trough genaamd. De trough zagen we eerder in 1790, 1842, 1896 en in de slotfase van de Grote Depressie in 1946. De tijdspanne tussen de vortex en de trough duurde de laatste drie keer respectievelijk 22, 18 en 14 jaar. Uitgaande van het laatste getal, 14 jaar, zou de bodem van deze crisis in (2009 + 14 =) 2023 liggen. Zie voor meer informatie ook het artikel “De rente als sluipmoordenaar”.

Met het oog op het herstel van de gereduceerde prijzen vanuit de vortex in 1932 tot de DG-peak in 1937 heb ik gekeken hoe dit zich verhield tot het beursherstel in diezelfde periode. Procentueel zagen we een stijging van de Dow Jones van 40,60 tot 195,60, ofwel 381,7%. Dat herstel is veel groter dan de stijging van 6 maart 2009 tot 2 augustus 2013: van 6.469,95 tot 15658,43 betekent een stijging van 142%.

Het interessante van de vergelijking zit hem niet in de procentuele winsten, maar in de tijdspanne. In totaal duurde de stijging vanaf de bodem op 8 juli 1932 tot 10 maart 1937 1706 dagen. In onderstaande grafiek heb ik die stijging én het vervolg weergegeven in het blauw. In het rood zien we de stijging die begon op 6 maart 2009 en die qua tijdsduur in de buurt begint te komen van 1932-1937.

In de jaren ’30 bedroeg de beursstijging 1706 dagen. Tellen we dat aantal op bij 6 maart 2009 dan mag een top verwacht worden rond 6 november 2013. In 1937 crashte de Dow Jones gedurende een jaar en 21 dagen teneinde op 31 maart 1938 exact 50% lager te staan!

Zal de economie na 6 november 2013 volgen? Dat lijkt wel waarschijnlijk wanneer we de parallel doortrekken. Anders dan wat Jan Pronk in Knevel en Van de Brink (vanaf ca. 26 minuten en 30 seconden) beweerde moeten we ons vooral niet laten verleiden tot het doen van ‘grote publieke investeringen zoals dat in de jaren ’30 het geval is geweest’, aangezien die investeringen, net zoals destijds door Roosevelt gedaan, als sneeuw voor de zon zullen verdwijnen. Na 1937 volgde de Amerikaanse economie de beurs op de voet en belandde men opnieuw in een depressie, waarbij de werkloosheid in 1939 weer tot 19% was opgelopen.

Onderstaande grafiek bevestigt de op handen zijnde beurscorrectie.

Het patroon van de ‘megafoon’ die we nu aan het maken zijn zagen we ook in de jaren ’60 en ’70. De daling die in 1973 startte kwam in 1974 uit onder de bodem aan het begin van de jaren ’70. Trekken we die parallel door, dan komt de correctie in de Dow Jones uit onder het niveau waar we op 6 maart 2009 eindigden, te weten op 6469,95. Rond 6 november weten we al iets meer.

Interview BNR: Het Hindenburg Omen

Hindenburg-578

Vanmorgen vroeg was ik te horen op BNR in een interview over het Hindenburg Omen. DeHindenburg-indicator ontleent zijn naam aan de in 1937 verongelukte zeppelin Hindenburg en is een technische indicator die aangeeft dat de beurzen in een ongezonde staat verkeren hetgeen mogelijk tot ongelukken gaat leiden in de komende periode.

Voor wie het nog eens rustig wil nalezen, in de column ’30% kans op een crash’ heb ik deze indicator drie jaar geleden al eens uitgebreid uitgelegd.

Beluister hier het interview op BNR terug of lees hieronder het script van het radioverslag:

Technische analisten bang voor Hindenburg Omen

Technische analisten houden hun hart vast. Want het Hindenburg Omen is weer terug en geeft een crashwaarschuwing aan de markt. Na het Hindenburg Omen, is er een kans van één op vier dat de markt binnen een paar maanden met meer dan 15 procent daalt.

Het is wel duidelijk dat wanneer een signaal wordt vernoemd naar de verongelukte zeppelin dat het niet bepaald een optimistisch marktsignaal betreft. Bij de ramp in 1937 kwamen 93 mensen om het leven. Maar heel somber hoeft u wat betreft de markt echt nog niet te worden, legt marktanalist Elmer Hogervorst uit. “Het is niet zo, zoals vaak geroepen wordt, dat als we een Hindenburg Omen hebben er daadwerkelijk een crash komt. Je moet het eigenlijk omdraaien.”

Hogervorst rekent hardop: “De situatie dat er een kans op een crash komt, neemt aanzienlijk toe. In de afgelopen 28 jaar is er ongeveer 29 keer een situatie geweest waarin het alert werd afgegeven. In 77 procent van de gevallen was de daling minimaal 5 procent. In 55 procent van de gevallen was de daling meer dan 8 procent. En als je het over beurscrashes hebt – dalingen op beurzen van meer dan 15 procent- was dat één op de vier keer het geval.”

Hoe werkt het Omen precies
De kans dat het niet komt tot een beurscrash is dus 75 procent. Toch is het Omen opmerkelijk want zonder dat teken is de kans op een crash maar 0,1 procent en dan is 25 procent toch wel een aanzienlijk grotere kans. Hoe het teken precies werkt? “Het belangrijkste van de indicator is dat je kijkt naar de toppen en de bodems van de beursfondsen”, zegt Hogervorst. En de afgelopen maanden waren er in stijgende markt logischerwijze veel ‘highs’ te zien. “Maar op een gegeven moment kan het zich voordoen dat er een soort metaalmoeheid optreedt in die stijging. Dan zie je niet alleen nieuwe toppen maar ook diverse fondsen die nieuwe bodems bereiken. Als er dan een bepaalde verhouding is, ontstaat er een ongezonde marktomgeving. Want hoe kun je nou in een markt die stijgende is ook heel veel fondsen hebben die ondertussen nieuwe bodems raken”, vraagt Hogervorst zich hardop af.

De markt wordt dus gedragen door steeds minder fondsen en een deel van de fondsen is al van richting veranderd. Pas als het aantal dalende fondsen groot genoeg is is er aan één van de vereisten van het Hindenburg Omen voldaan. Maar er zijn nog wat vereisten die behoorlijk technisch van aard zijn. Zo moet in ieder geval moet het 50-daags gemiddelde van de markt als geheel nog stijgend zijn. En er moeten twee van dit soort situaties zich voordoen. “Op dat moment beginnen de bellen te rinkelen. Dan ontstaat er een verhoogde kans op verdere daling van de beurzen.”

Fundamentele analisten positief
Technisch gezien is er dus sprake van crashdreiging. Maar twee fundamentele analisten zijn allebei juist nog positief. Allereerst Lars Dijkstra van Kempen Vermogensbeheer. Hij stelt zijn mening pas bij als er iets rigoureus verandert in de Amerikaanse economie. “Als die echt bijster tegen vallen, en niet zoals nu in de markt waarbij de prijs redelijk door blijft groeien, maar echt een aantal kwartalen achter elkaar tegenvalt, dat zou ons op een wat ander spoor zetten. Vooral omdat Amerika nog steeds de locomotief van de wereldeconomie is. En als die locomotief echt een aantal kwartalen tot stilstand zou komen, is dat slechts nieuws voor aandelen”, zegt Dijkstra

Hij is minder bang voor de Fed want volgens hem duurt het nog wel even voordat er echt teruggeschroefd gaat worden. Ook Valentijn van Nieuwenhuizen van ING zoekt de oorzaak van een echte markt omslag bij de economie.  “Vooral als je echt aanleiding krijgt om te verwachten dat de wereldeconomie gaat terugvallen. En de afgelopen maand zijn de cijfers eigenlijk nog niet zo zwak dat je dat verwacht. Dus nog geen zorg, maar daar kijken we erg naar. Wat je wel ziet, is dat de markt zich wat meer zorgen maakt over de doorgaande steun van centrale bankiers en hun bereidheid om de liquiditeitskraan open te houden. Dat veroorzaakt wat van de recente onrust.”

Kortom, de strategen zijn positief maar één op vier dat ze het bij het verkeerde eind hebben.